Installaties met veel en weinig draaiuren
Wat belangrijk is om te weten is dat alle brandstoffen ontwikkeld zijn met het idee dat ze gebruikt gaan worden in continu draaiende installaties en er dus vanuit gegaan wordt dat de standtijd (bewaartijd) van brandstof in een tank beperkt is. Een dieselgenerator, een vrachtwagen, auto, tractor en ga zo maar door draaien veel uren. In een noodstroom toepassing hebben we echter vaak te maken met grote hoeveelheden brandstof in bulktanks, waar geen of amper verbruik uit is. De installaties draaien immers amper, alleen de maandelijkse test en af en toe een korte tijd door een stroomonderbreking.
In het kort:
Diversiteit
Deze diversiteit aan alternatieven voor standaard diesel is te herleiden naar de verplichting vanuit de overheid tot schonere uitlaatgassen uitstoot, het voorkomen van problemen met de stand tijd (door de reductie of afwezigheid van bio-componenten) en soms heel simpel omwille van marketing door de fabrikant.
In dit artikel hebben we het over de volgende brandstoffen:
Diesel conform EN590
GTL
HVO
Blauwe diesel
'Normale' Diesel Conform EN590
De diesel die je bij het tankstation koopt is wat we hier bedoelen met ‘normale’ diesel. Deze diesel moet voldoen aan de EN590 normering. In deze norm staat omschreven uit welke componenten de diesel bestaat met daarin minimale en maximale waarden. Deze normering is vastgesteld door de overheid en fabrikanten zijn verplicht de brandstof zo te maken dat deze binnen de specificaties van de EN590 valt. Binnen de EN590 norm kan je verschillende soorten diesel bestellen. Deze verschillende soorten diesel vallen allemaal binnen de EN590 spec maar hebben procentueel meer of minder bio component bijgemengd gekregen. Wat je bij het tankstation tankt noemen we B7. De B staat voor bio-component. Het cijfer voor het minimale percentage bio-component wat aan de brandstof is toegevoegd. Zo bestaat er ook een B0 en zelfs een B30, en deze vallen allemaal binnen de EN590 normering. 3 Koninklijke van Twist
B0
Ter verduidelijking: B0 betekent dat er in principe GEEN bio-component is toegevoegd, B7 betekent dat er 7% biocomponent toegevoegd is, B20 betekent dat er 20% bio-component is toegevoegd. Onderzoek heeft uitgewezen dat de aanwezigheid van het bio-component er voor kan zorgen dat brandstof sneller vervuild raakt. Door de afwezigheid van bio kan gesteld worden dat de betrouwbaarheid van de brandstof (en dus de noodstroomvoorziening) vergroot wordt.
GTL
GTL is de afkorting voor Gas To Liquid (van gas naar vloeibaar). Het is een vloeibare dieselbrandstof die op synthetische wijze wordt verkregen uit aardgas. GTL Fuel is kleurloos, bijna reukloos, vrijwel zwavel- en aromatenvrij en biologisch afbreekbaar. De meeste dieselmotoren zullen prima lopen op GTL, oudere dieselmotoren kunnen echter wel lekkages krijgen in het brandstofcircuit. Waarom? Diesel uit de EN590 normering bevat aromaten waardoor pakking en afdichtingen iets zullen gaan zwellen en daarom dus afdichten. In GTL zitten die aromaten niet met als gevolg dat er lekkages kunnen ontstaan bij de brandstofpomp, brandstofleidingen en injectoren. LET OP: GTL voldoet NIET aan de EN590 normering. Later meer hierover.
HVO
HVO staat voor “Hydrotreated Vegetable Oil” en is een nieuw type dieselbrandstof. Het wordt gemaakt van afgewerkte oliën en restafval zoals dierlijke vetten. HVO is dus een fossielvrije én hernieuwbare brandstof met enorme voordelen op het gebied van duurzaamheid. Denk aan een zeer hoge CO2-reductie van maar liefst 89% én een lagere uitstoot van schadelijke emissies zoals fijnstof, NOx en zwavel. HVO is kleurloos, helder als water en vrijwel geurloos. LET OP: HVO brandstof voldoet NIET aan de EN590 normering. Later meer hierover.
Blauwe diesel
Blauwe diesel is in feite een HVO brandstof maar wordt volgens een ander, meer constant, proces gemaakt waardoor vooral de fabrikant vind dat het beter presteert dan een reguliere HVO. In de basis is het gewoon een HVO brandstof. LET OP: HVO brandstof voldoet NIET aan de EN590 normering. Later meer hierover
Het advies van motorfabrikanten
Uiteraard volgen de motorfabrikanten de ontwikkelingen op de markt en zijn er inmiddels veel verbrandingsmotoren, die ontwikkeld zijn voor het gebruik van o.a. bovenbeschreven alternatieve brandstoffen. Maar die motoren worden voornamelijk ontwikkeld voor het gebruik in bijvoorbeeld vrachtwagens en zware continue draaiende machines, motoren die moeten voldoen aan de emissie-eisen. De nieuwste generaties dieselmotoren zijn daarom ultra schoon, door het toepassen van bijzondere technieken en na- behandelsystemen. Echter: deze moderne motoren worden om meerdere redenen niet toegepast in een noodstroom installatie. De voornaamste reden is dat deze installaties (nog) niet aan een emissie eis moeten voldoen. Ze hoeven simpelweg niet schoon te zijn. Een andere reden is dat deze motoren veel kostbaarder zijn door alle techniek die er op zit. En ook de noodstroom toepassing speelt mee: een noodstroomdiesel draait zelden en als deze draait is dat veelal zonder belasting en van korte duur. De technieken die de motor schoon moeten maken functioneren meestal pas optimaal na enige tijd, en onder zwaardere belasting, en zijn ook daarom veelal zinloos. In noodstroom installaties worden daarom alleen “conventionele” verbrandingsmotoren toegepast. Deze motoren worden in de fabriek getest op EN590. Het is voor de fabrikant over het algemeen economisch niet interessant de motoren ook op andere brandstoffen te testen, om de simpele reden dat daar (nog) onvoldoende vraag naar is. Daarom geeft nagenoeg geen enkele fabrikant een “goedkeuring” voor het gebruik van alternatieve brandstoffen, want zo’n goedkeur zou ook kunnen betekenen dat er garantie aanspraken op de loer liggen. En dat geldt voor nieuwe, maar ook voor de oudere motoren. En Koninklijke Van Twist kan niet anders dan de fabrikant hierin volgen.
Ons advies
KVT heeft geen standpunt m.b.t. de geschiktheid van alternatieve brandstoffen. Wij adviseren onze relaties altijd om de brandstofspecificatie uit de gebruikshandleiding van de motor te volgen. In 99% van de gevallen schrijft de fabrikant van de dieselmotor voor dat de toe te passen brandstof aan de specificatie uit de EN590 moet voldoen. Indien een gebruiker besluit andere brandstof te gebruiken dan is dit op eigen verantwoordelijkheid en voor eigen risico. KVT volgt altijd het advies van de fabrikant. Gaat de motor kapot door het gebruik van de niet voorgeschreven brandstof dan zal de fabrikant met zekerheid elke vorm van garantie afwijzen. Wij geven dus geen advies, goedkeuring of instemming voor het gebruik van andere brandstoffen dan door de originele motorfabrikanten zijn voorgeschreven, en wij zullen ook nooit garanderen dat deze goed werken.
Advies toe te passen dieselolie (EN590)
Indien de gebruikshandleiding aangeeft dat EN590 de voorgeschreven brandstof is, zijn er alsnog diverse variaties waaruit je kan kiezen. De verschillen zitten primair in het aandeel bio additief dat in de brandstof zit. In ons advies gaan we ons beperkten tot 2 soorten diesel, te weten B7 en B0.
B7 / Standaard diesel (conform EN590 specificatie): Normale diesel gaat door het leven als B7, dit is de diesel die je ook bij de brandstofpomp tankt. In deze diesel zit verplicht 7% bio-component bijgemengd (vandaar B7).
B0 / Diesel zonder bio component (conform EN590 specificatie): Er kan ook B0 geleverd worden. In deze diesel is geen bio component bijgemengd (vandaar B0).
Problemen met brandstof in noodstroom systemen worden veelal veroorzaakt door de aanwezigheid van bio componenten in de brandstof. Die bio component is immers en voedingsbodem voor bacteriën en die creëren sludge in de tank. Generiek kan men dus stellen dat het beter is om geen bio additief in de brandstof te hebben. De (theoretische) afwezigheid van bio componenten vergroot de betrouwbaarheid van de brandstof.
LET OP: Er is echter geen enkele garantie dat er geen problemen ontstaan met een B0 diesel.
Meer informatie?
Indien u meer wilt weten over het gebruik van alternatieve brandstoffen, neem dan contact op met onze specialisten. Wij helpen u graag!